Common use of End User Agreement Clause in Contracts

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 16 Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 10 juli 2018, nr. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde200.213.190/01 OK, ECLI:NL:GHAMS:2018:2380 (▇▇. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheidmr. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd▇▇▇ Boer, ▇▇. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇-▇▇▇▇▇▇▇▇, prof. ▇▇. ▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇ uitgewerktRA, drs. Aangezien Streppel) Noot prof. mr. C.D.J. Bulten [BW art. 2:342] RBS, voor de rechtspraak voortdurend toepassing van art. 2:342 ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ beschouwing moeten blijven. Met betrekking tot ▇▇ ▇▇▇▇▇▇▇▇ van ▇▇▇▇ dat een vordering op grond van art. 2:342 BW ▇▇▇ eenvoudig kan ▇▇▇▇▇▇ ▇▇- frustreerd door er “een facility agent tussen te schuiven”, overweegt de OK dat ook in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning geval dat een facility agent/pandhouder contractueel gehouden is in het kader van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen uitoefening van het internemarktrecht stemrecht op instructie van een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇ander ▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken heeft ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ dat voor de wijze en intensiteit beoordeling van doorwerking in de nationale rechtsorde een beroep op art. 2:342 BW bepalend zal zijn of de Europese norm in het primaire of secundaire rechtpandhouder door de gedragingen zoals hij die, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst al ▇▇▇ niet op instructie, daadwerkelijk heeft ver- richt het belang van de vennootschap zodanig ▇▇▇▇▇▇▇ dat in redelijkheid niet ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed geduld dat hij het stemrecht blijft uitoefenen. In het geval van handelingen die niet vallen binnen dit beoor- delingskader van art. 2:342 BW zal een vordering op andere grondslag zijn aangewezen indien der- gelijke handelingen ▇▇▇▇▇▇ toebrengen ▇▇▇ wel in het oog concreto dreigen toe te brengen aan de vennoot- ▇▇▇▇▇. In ieder geval kan uit de door ▇▇▇▇ genoem- de situatie niet de conclusie ▇▇▇▇▇▇ getrokken dat art. 2:342 BW zo moet ▇▇▇▇▇▇ uitgelegd dat han- delingen ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ met een contractuele instruc- tie- bevoegdheid – zoals in dit geval de Junior Lenders – zonder meer aan de pandhouder zouden moeten ▇▇▇▇▇▇ toegerekend. Ook voor ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3▇▇ dat de Junior Lenders voor de toepassing van art. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen 2:342 BW als pandhouders moeten ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestiebe- schouwd, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3)bestaat geen grond. 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1. De EUNijmegenUniversity Library Download date: 07-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe 03-2024 ▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇∗ * Prof. ▇▇. ▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ is hoogleraar burgerlijk recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en A.-M. Van den Bossche verbonden aan het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R). Dit artikel verscheen eerder als preadvies voor de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland in dit boekhet Jaarboek 2018 (Den ▇▇▇▇: Boom juridisch 2018), 243-262. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1Op wat kleine aanvullingen en correcties na is de tekst identiek. BRONNEN TPR 2019 I. INLEIDING ........................................... II. HET GESLOTEN SYSTEEM VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtGOEDERENRECHT TEGEN- OVER HET (HALF)OPEN SYSTEEM VAN VERBINTENISSEN- RECHT ..............................................

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University ▇▇▇▇▇▇ Hijink1‌ VERTROUWEN VANWEGE – EN OP – PUBLIEKRECHTELIJK TOEZICHT OP DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDINGFINANCIËLE MARKTEN 1. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe Inleiding: ▇▇ ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie ▇▇▇ van juristen (en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door economen) met “vertrouwen” Het bestaan van vertrouwen is van doorslaggevend belang voor het Europees Hof functioneren van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens onze hedendaagse samenleving.2 Dat geldt in de jurisprudentie het bijzonder voor transacties in het economisch verkeer en voor ▇▇ ▇▇▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukkenfinanciële markten. Wat dat eerste betreft merkte Arrow reeds in 1972 op dat “[v]irtually every commercial transaction has within itself an element of trust, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennencertainly any transaction conducted over a period of time. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen ”3 En over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇ van de financiële markten schreef de Parlementaire Enquête Commissie Financieel ▇▇▇▇▇▇▇ in ▇▇▇▇ eindrapport uit 2012 dat “[h]et goed functioneren van de financiële markten (…) gebaat [is] bij vertrouwen in en tussen banken. Wanneer het vertrouwen in een bank afneemt, heeft dat niet alleen consequenties voor deze individuele bank, maar ook voor het financiële ▇▇▇▇▇▇▇ als geheel. Zo werkt de interbancaire markt volledig op basis van onderling vertrouwen.”4 Het begrip “vertrouwen” is voor juristen echter niet eenvoudig te hanteren. Een belangrijke reden hiervoor is dat de betekenis die vertrouwen heeft in – en voor – het handelen van – en tussen – personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus instituties en de samenleving als geheel, geduid moet ▇▇▇▇▇▇ vanuit opvattingen afkomstig uit wetenschappen als de psychologie en sociologie.5 Ook (rechts)economen hebben lang geworsteld – en worstelen soms heel wat uitmaken voor nog – met de vraag op ▇▇▇▇▇ wijze en intensiteit het bestaan van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm vertrouwen doorwerkt in het primaire of secundaire rechtfunctioneren van financiële markten en van de actoren – zoals accountants(organisaties) – die daarop werkzaam zijn. Dat is, of tot op zekere hoogte, opmerkelijk. Opmerkelijk omdat, zoals hierna in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇paragraaf 2 ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog beschre- ven, door wet- en regelgevers al enige decennia uitdrukkelijk (bijdragen aan, of 1 Prof. mr. .▇.▇. ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op ▇ is hoogleraar jaarrekeningenrecht aan de verschillende doorwerkingsmechanismen, Radboud Universiteit te weten directe Nijmegen en ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇ bij ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3)Amsterdam. 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1▇▇▇ ▇▇▇▇ ik naar huidige maatstaven vooral aan “interne” werknemers. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken verwijzing in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe be- schikking van de OK naar incidentele wervings- campagnes wijst in de richting van een contract met een extern wervingsbureau dat moet leiden tot arbeidscontracten tussen de ondernemer en (▇▇ ▇▇▇▇▇▇) personeel. Bij inlenen gaat het om een contract met een extern uitzendbureau dat moet leiden tot arbeidscontracten tussen het uit- zendbureau en personeel tot tewerkstelling bij de ondernemer. Het gaat dus bij werven en inlenen om twee andersoortige contractuele verhoudin- gen. Vandaar ook de uitsplitsing in art. 25 lid 1 onder g WOR. Het ligt niet voor de hand om een wervingscampagne die gericht is op het in dienst nemen van , conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇ ▇▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend personeel gelijk te stellen met een inleningscontract dat gericht is op het (juist) niet in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning dienst nemen van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ - ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1die zin ook Van Vlodrop in zijn noot onder de OK-6beschikking in «JIN» 2023/21). In het eer- ste geval is er niet het risico van verdringing van eigen personeel (in aantallen of qua beloning) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie door externen. In het tweede geval is dat risico bij een groepsgewijze inlenen in beginsel wel aanwezig en staatsaansprakelijkheidmogelijk zelfs aanzienlijk. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel Het uitbe- steden van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen een incidentele wervingscampagne is bepaald iets ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ het aanbesteden van meerjarige raamovereenkomsten met uitzendbu- reaus die gedurende de looptijd van die raam- overeenkomsten de werkgeversrol (blijven) ver- vullen. Er zit zo veel “▇▇▇▇▇” en “peer” in de vergelijking tussen beide concepten, dat ik niet veel zie in de benadering van de A-G (punt 4.42 van zijn conclusie) dat om redenen van consis- tentie voor een zelfde reikwijdte moet ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3)gekozen. 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1Prof. mr. R.H. Maatman1 In de toekomst zal er nog slechts sprake zijn van pen- sioenopbouw in een premieregeling (defined contribu- tion). Voor alle deelnemers, ongeacht de leeftijd, zal een vlakke premie gelden. De EU-regels inzake regering denkt aan maximaal 30% van de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsordepensioengrondslag. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe koopkracht bij pen- sionering zal afhangen van premie-inleg en de toereke- ning van beleggings- en verzekeringsresultaten, die leef- tijdafhankelijk wordt. De achtergrond is dat jongeren meer risico kunnen ▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇ ouderen. Alle pensioenen, opgebouwd onder de nieuwe premieregeling, ▇▇▇▇▇▇ goed in va- riabel. Wettelijke waarborgen met betrekking tot het oog pen- sioenresultaat komen te vervallen. Dit betekent dat pen- sioenfondsen niet ▇▇▇▇▇▇ solvabiliteitsbuffers hoeven aan ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op Zij kunnen de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3)eventueel vrijkomende midde- len toedelen aan pensioendeelnemers. 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtInleiding

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1Samenvatting | De externe dimensie van het EU migratiebeleid heeft veel verschillende gevolgen: ze verovert terrein op andere beleidsvelden, beïnvloedt beleid en praktijk in derde ▇▇▇▇▇▇ maar heeft ook een impact op de EU interne regels en praktijken. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van de externe dimensie van het EU migratiebeleid en de plaats die de mensenrechten daarbij innemen. Het staat stil bij de verschillende doelstellingen van de externe dimensie van het migratiebeleid en bij de feitelijke en juridische gevolgen voor de mensenrechten. De eerste twee paragrafen beschrijven de ontwikkeling van de externe dimensie van terugname overeenkomsten naar een meer integrale benadering, en belichten daarbij de mensenrechtelijke implicaties. De vierde en vijfde paragraaf laten zien op ▇▇▇▇▇ wijze de externe dimensie ook de wetgeving en praktijken van de EU en haar lidstaten beïnvloedt, met name de grenspraktij- ▇▇▇ van de lidstaten en het veilige derde ▇▇▇▇▇▇ concept in EU wetgeving. De daarin voorgestelde aanpassingen beogen de externe dimensie verder te versterken. Na een analyse hoe de EU-regels inzake Turkije deal zich verhoudt tot de interne markt kunnen op standaarden voor een aantal verschillende manieren doorwerken in veilig derde land, wordt de nationale rechtsorde. De klassieke routes vraag behandeld of mecha- nismen zijn directe deze deal model staat voor deals met andere derde ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie . Tot slot beantwoordt het artikel de vraag in hoeverre de externalisering van het EU migratiebeleid leidt tot verbetering of ondermijning van de mensenrechten in en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in buiten de jurisprudentie EU en ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft impact ze heeft op het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning mondiale streven naar een meer evenredige verdeling van de leerstukkenverantwoordelijkheid voor vluchtelingen. Trefwoorden | Externe dimensie, terug- en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overname overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇, migratiedeals, push backs, veilig derde land. Navigator van Wolters Kluwer | NTM-NJCMBull. 2018/04 Al enkele decennia zijn de Europese Unie en haar lidstaten op zoek naar de juiste strategie waarmee ‘enerzijds de voordelen van migratie ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor ▇ benut en anderzijds de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst uitdagingen ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in aangepakt’.1 Op basis van het oog Verdrag van Amsterdam heeft het interne en externe migratiebeleid een parallelle ontwikkeling doorgemaakt. Enerzijds werden gezamenlijke normen ontwikkeld waar asielzoekers en migranten aanspraak op konden maken als ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3▇ op het EU- grondgebied bevonden,2 anderzijds creëerde de EU tal van instrumenten om illegale migratie naar de EU te bestrijden en de terugkeer van derdelanders zonder verblijfstitel te bevorderen. Gewapend Daarvoor bleek samenwerking met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen derde ▇▇▇▇▇▇ binnen onontbeerlijk. Aanvankelijk was het externe beleid beperkt tot eendimensionale afspraken, waarvan de nationale rechtsorde (§ 7)terug- en overname overeenkomsten het belangrijkste instrument vormden.3 Hoewel een staat Mr. dr. Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid M.H.A. Strik is universitair hoofddocent migratierecht aan de bijdragen Radboud Universiteit en tevens lid van ▇. ▇▇de Eerste ▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtde Parlementaire Assemblee van ▇▇ ▇▇▇▇ van Europa.

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDINGHOOFDSTUK 10‌ VERSLAGGEVING DOOR BEURSVENNOOTSCHAPPEN J.B.S. Hijink1 110.1 Inleiding Voor beursgenoteerde ondernemingen of beursvennootschappen – een meer precieze afbakening van deze begrippen volgt in de onderstaande paragrafen – gelden aanvullende verplichtingen rondom de financiële verslaggeving. De EUBeursgenoteerde ondernemingen zijn er in verschillende soorten en maten. In de Nederlandse wet- en regelgeving – waaronder Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) – en in Europese regelingen – zoals Verordening (EG) 1606/2002 (IAS-regels inzake Verordening)2 – zijn bovendien uiteenlopende omschrijvingen te vinden. Het gaat daarbij om omschrijvingen als ‘vennootschap (…) toegelaten tot de interne markt kunnen handel op een aantal verschillende manieren doorwerken gereglementeerde markt’,3 ‘uitgevende instelling’,4 ‘effectenuitgevende instelling’5 en ‘ondernemingen (…) [met] effecten toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt.’6 Bespreking van de verslaggevingsvoorschriften voor dergelijke instellingen – ik zal hierna als verzamelbegrip voor deze instellingen de neutrale, niet wettelijk gedefinieerde, term ‘beursgenoteerde ondernemin- gen’ gebruiken – staat centraal in dit hoofdstuk. In dit hoofdstuk hanteer 1 J.B.S. (▇▇▇▇▇▇) ▇▇▇▇▇▇ is als hoogleraar Jaarrekeningenrecht aan de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe Radboud Universiteit verbonden aan het Van der Heijden Instituut en het Onderzoekcen- trum Onderneming & Recht en is ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerktAmsterdam. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning Hij is sinds 2019 lid van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇Jaarverslaggeving. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1STAND ▇▇▇ ▇▇▇▇▇ KLINISCHE PRAKTIJK Multiparametrische MRI bij prostaatkankerscreening ▇▇▇▇▇▇▇▇. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsordeM.A. ▇▇▇▇▇, ▇▇▇▇▇▇ ▇. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft▇▇▇▇▇▇▇, betreft het echter zeker geen statische materie▇▇▇▇ ▇. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇, ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇goed en ▇▇▇▇▇ ▇. ▇▇▇▇▇▇▇▇ • Twee recente onderzoeken naar screening op prostaatkanker lieten tegenstrijdige effecten van screening op de sterfte aan prostaatkanker zien. • De huidige screeningsmethode van PSA-bepaling in combinatie met transrectale echografische biopten leidt tot een ▇▇▇▇ aantal ▇▇▇▇-positieve uitslagen en overbehandeling. • Er is behoefte aan een screeningstest die het oog aantal onnodige prostaatbiopten vermindert en die minder agres- sieve vormen van prostaatkanker onderscheidt van agressievere vormen. • Multiparametrische MRI detecteert prostaatkanker met een ▇▇▇▇ specificiteit en geeft informatie over ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3- siviteit. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie De combinatie van PSA en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇multiparametrische MRI bij 1,5 ▇▇▇▇▇ binnen blijkt een redelijk nauwkeurige scree- ningstest te zijn. • Multiparametrische MRI komt vanwege ▇▇ ▇▇▇▇ kosten en de nationale rechtsorde beperkte beschikbaarheid niet in aanmerking als initiële screeningstest, maar zou kunnen dienen als vervolgonderzoek bij een afwijkende uitslag van de PSA- test. • Met multiparametrische MRI als vervolgtest bij prostaatkankerscreening kan men gerichter biopteren, onnodige prostaatbiopten voorkomen en het prostaatcarcinoom beter karakteriseren. Recent werden resultaten gepubliceerd van de twee grootste internationale studies naar prostaatkanker- screening middels prostaatspecifiek antigeen (§ 7PSA). Als laatste staan we stil De ‘European randomized study of screening for prostate cancer’ (ERSPC), de grootste studie (n= 182.160 patiën- ten), liet een sterftereductie zien van 20%.1 De ‘Prostate, lung, colorectal and ovarian cancer screening trial’ (PLCO) bij een andere speciale kwestie76.693 patiënten ▇▇▇▇ ▇▇▇▇ effecten zien van PSA-screening op de sterfte aan prostaatcarcinoom.2 Ofschoon nu positieve effecten van screening zijn aange- toond is er nog steeds geen consensus over het nut van prostaatkankerscreening.3 Zowel de European Association of Urology (EAU)4 als de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) hebben gereageerd op de genoemde studies (▇▇▇.▇▇▇.▇▇, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe klik op het logo voor het standpunt van de NVU d.d. 18 maart 2009). In hun reacties uiten ze de behoefte aan ontwikke- ling van methoden ▇▇ ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ agressieve vormen van prostaatkanker, waarbij de kans op overlijden heel laag is, ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ herkennen. De huidige screeningsmethoden bestaan uit een PSA- bepaling met een lage specificiteit (§ 8)circa 60% ▇▇▇▇-posi- tieven) in combinatie met transrectale echografische (TRUS) biopten.5 Deze combinatie leidt tot een ▇▇▇▇ aan- ▇▇▇ ▇▇▇▇-positieve uitslagen en differentieert onvoldoende tussen klinisch significante en insignificante carcino- men, dat wil zeggen: carcinomen met een relatief lage kans op progressie.6 Bij de invoering van PSA-screening in combinatie met TRUS-biopten zullen patiënten zon- der kanker onnodig ▇▇▇▇▇▇ gebiopteerd en zullen patiën- ▼ UITLEG ▼ KLINISCHE PRAKTIJK MRSI, een derde functionele MRI-techniek, geeft ▇▇▇▇- titatieve informatie over de concentraties van citraat, creatinine en choline in het prostaatweefsel. Het hoofdstuk wordt afgesloten In gebieden die prostaatkanker bevatten is de verhouding (choline + creatinine)/citraat toegenomen (vergelijk figuur 2 en figuur 3).11 ten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1klinisch insignificante carcinomen onnodig ▇▇▇▇▇▇ bestraald of geopereerd. Meer uitgebreid Deze overbehandeling kan leiden tot onnodige complicaties als impotentie en incontinentie.7 In de bijdragen ERSPC-studie was ook sprake van ▇. ▇overbehandeling: om te voorkomen dat 1 patiënt overleed ten gevolge van prostaatcarcinoom, moesten 1410 mannen gescreend ▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche 48 van hen ook behandeld.1 De onderzoekers gaven aan dat men overbehandeling kan voorkomen door laag-risico carcinomen of indolente carcinomen niet of niet direct te behandelen. Er is dus behoefte aan een additionele test met een ▇▇▇▇ specificiteit, die in combinatie met de PSA-test onnodige prostaatbiopten kan voorkómen en waarmee men de agressieve prostaatcarcinomen beter kan onderscheiden van de niet-agressieve. Multiparametrische MRI is een techniek die mogelijk in deze behoefte zou kunnen voor- zien. In dit boekartikel beschrijven wij de mogelijke rol van multiparametrische MRI bij een eventuele screening op prostaatkanker. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1Multiparametrische MRI is een combinatie van een ▇▇▇- tomische T2-gewogen MRI (figuur 1a) met meerdere functionele MRI-technieken zoals dynamische contrast- versterkende MRI (DCE-MRI, figuur 1b), diffusiegewo- gen MRI (DWI, figuur 1c), en proton-MR-spectroscopie (MRSI, figuur 2). BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1DWI is een functionele MRI techniek waarbij gedurende enkele tienden van milliseconden de bewegingen van watermoleculen per voxel afgebeeld weefsel ▇▇▇▇▇▇ vast- gelegd. Het primaire EUUit diverse diffusiemetingen wordt beeldcontrast verkregen door de ‘apparent diffusion coefficient’ (ADC) te berekenen, een kwantitatieve maat voor de diffusie in weefsel.8 Uit onderzoek blijkt dat prostaatkanker op dif- fusiegewogen MRI significant lagere ADC-rechtwaarden toont ▇▇▇ goedaardig prostaatweefsel (vergelijk figuur 1c en figuur 3).9 Een tweede functionele MRI-techniek, DCE-MRI, berust op het principe dat prostaatcarcinoom met een intrave- neus gadoliniumhoudend contrastmiddel sterker aan- kleurt ▇▇▇ gezond prostaatweefsel, door een toegenomen microvascularisatie en vasculaire permeabiliteit (zie figuur 1b).10

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University WAAR WERELDEN ELKAAR RAKEN: DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ARBEIDSOVEREENKOMST EN VASTGOEDTRANSACTIES‌‌ ▇▇▇▇▇▇ Bartels1 1. Inleiding ▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3en ik, wij schrijven over dezelfde thematiek. Gewapend met deze kennisDat realiseerde ik mij pas goed, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar toen ik zijn annotatie onder het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. arrest Monsieurs c.s./▇▇▇▇▇▇▇ las.2 Het was niet alleen een leerrijke ervaring vanwege mijn bescheiden kennis van het arbeidsrecht, maar het deed me nog maar eens beseffen hoe talrijk de dwarsverbanden zijn tussen het algemene vermogensrecht en A.-M. Van den Bossche de bijzondere overeenkomsten. In het genoemde arrest gaat het om de eenzijdige wijzigingsbevoegdheid van art. 7:613 BW. Dat lijkt misschien specifiek arbeidsrechtelijke thema- tiek, maar de annotatie gaat over de beperkende ▇▇▇▇▇▇▇ van de redelijkheid en billijkheid, over de betekenis van schriftelijkheid als vormvereiste, over schaalgrootte als wegingsfactor, over de mogelijkheid om met gebruikmaking van een incorporatiebeding inhoud te geven aan een rechtsverhouding. Ook in mijn studie-universum, dat zich de laatste jaren in belangrijke mate richt op vastgoedtransacties, zijn dit boekbelangrijke onderwerpen. Kluwer – Europees In deze bijdrage ▇▇▇▇▇▇ ▇▇ de parallellen tussen de arbeids- overeenkomst en de vastgoedtransactie te illustreren, aan de hand van de thema’s die ▇▇▇▇▇▇▇ in zijn annotatie aan de orde stelt.3 2. Eenzijdige wijzigingsbevoegdheid Een werkgever kan het recht 247 AFDELING 1bedingen om de arbeidsovereenkomst eenzijdig te wijzigen. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtDe mogelijkheid om dat te doen en de voorwaarden

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1sche verschillen tussen niet-zelfbetalende eigenrisicodra- gers en eigenrisicodragers die ervoor hebben gekozen WGA-uitkeringen zelf te betalen. Artikel 82 lid 1 WIA geldt immers voor zowel de niet-zelfbetalende als de zelf- betalende eigenrisicodrager. Zij dragen allebei hetzelfde eigen risico, namelijk het risico van betaling van door het UWV toegekende WGA-uitkeringen. De EUwet voorziet dus zowel bij een niet-regels inzake zelfbetalende als een zelfbetalende ei- genrisicodrager niet in een toerekening van voorschotten. Dat in de interne markt kunnen Verzamelwet SZW 2022 aan artikel 84 lid 3 WIA met ingang van 1 januari 2022 is toegevoegd dat dit lid van overeenkomstige toepassing is indien een voorschot op een aantal verschillende manieren doorwerken uitkering is betaald, maakt het vorenstaande ten slotte niet anders. Deze wijziging heeft geen relevantie voor de hier in de nationale rechtsordegeding zijnde toerekeningsbesluiten, nu die zijn genomen voor 1 januari 2022. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden CRvB overweegt ten slotte in reactie op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op ▇▇ van UWV dat ‘de verschillende doorwerkingsmechanismen, wetge- ver’ van mening is dat de bevoegdheid om voorschotten aan eigenrisicodragers toe te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht rekenen voor 1 januari 2022 reeds volgde uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomieartikel 83 lid 1 WIA, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇ daartoe – zoals blijkt uit voorgaande rechtsoverwegingen – ‘geen WIA-uitkering. De wetgever heeft echter nagelaten in arti- kel 82 WIA te regelen dat de ERD het risico draagt van door het UWV verstrekte voorschotten op WIA-uitkerin- gen. Zonder een dergelijke grondslag vormt de laatste vol- zin van artikel 83 WIA naar mijn mening een loze bepa- ling. Rechtbank Midden-Nederland 16 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4604 kwam ten aanzien van de huidige wetgeving overigens tot een soortgelijke conclu- sie. Voor het toerekenen van voorschotten is volgens de rechtbank een ondubbelzinnige door de wetgever ge- maakte keuze nodig en die is ▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtniet.

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie Privaatrecht Actueel ▇▇▇▇▇ uitgewerktBrusselse invloed is ons consumentenrecht geen rustig bezit. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning Waar begin dit jaar titel 7.1A BW werd ingevoerd ter implementatie van de leerstukkenherziene Timeshare-richtlijn, en duiken er in was het enkele maanden later alweer de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort beurt aan de bronnen implementatie van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- her- ▇▇▇▇▇ Consumentenkredietrichtlijn.1 Met ingang van 25 mei 2011 bevat ons BW een nieuwe titel 7.2A, met als opschrift Consumentenkredietovereenkomsten. De meest spannende bepalingen uit deze titel vin- den wij die omtrent samenhangende - of: gelieerde - kredietovereenkomsten. Kort gezegd is een gelieerde kredietovereenkomst een overeenkomst die dient ter financiering van een koopovereenkomst - of een overeenkomst van dienstverlening2 - en die met laatstgenoemde overeenkomst een commerciële eenheid vormt. Van een commerciële eenheid is niet , personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed indien de verkoper zelf ook de partij is die het krediet verleent, maar onder omstandig- heden ook indien verkoper en financier verschillende personen zijn.3 In art. 7:67 BW zijn - ter implementatie van art. 15 van de richtlijn - enkele rechtsgevolgen van de aan- wezigheid van een gelieerde kredietovereenkomst neergelegd. In deze bijdrage gaat onze aandacht uit naar art. 7:67 lid 1 BW.4 Hierin wordt bepaald dat indien de consument een koopovereenkomst over- eenkomstig art. 7:46d lid 1 BW, art. 7:48c lid 2 BW of art. 25 Colportagewet heeft ontbonden (herroepen), hij evenmin ▇▇▇▇▇▇ gebonden is aan de daarmee ge- lieerde kredietovereenkomst.5 Een eerste opmerking die wij bij deze bepaling ▇▇▇▇▇▇ maken, is dat de verwijzing naar art. 7:48c lid 2 BW slordig is. Deze bepaling was immers ten tijde van de inwerkingtreding van titel 7.2A BW al enkele maan- den vervallen vanwege de reeds genoemde imple- mentatie van de herziene Timeshare-richtlijn. De mogelijkheid tot ontbinding van (kortweg) time- share-overeenkomsten is inmiddels te vinden in art. 7:50d BW. Overigens valt aan te nemen dat in de praktijk geen bloed zal vloeien uit de hier gesigna- leerde onjuistheid van de wettekst. Dit is echter niet alles. Wat ook opvalt, is het oog gebruik van de woorden “evenmin ▇▇▇▇▇▇ gebonden”. Wat wordt hier precies mee bedoeld? Het vermoeden van ▇▇ ▇▇▇▇▇, dat ontbinding van de koopovereenkomst vanwege art. 7:67 lid 1 BW automatisch - dus van rechtswege - leidt tot ontbinding van de kredietover- eenkomst, wordt in de memorie van toelichting bevestigd.6 Waarom is dit ▇▇ niet met zoveel woor- den in de wettekst bepaald? Door in plaats daarvan de bewoordingen uit de richtlijn klakkeloos over te nemen, heeft de wetgever de mogelijkheid laten lig- gen om aan te sluiten bij de terminologie die al in twee vergelijkbare bepalingen werd gebruikt. Zo bepaalt art. 7:50e lid 2 BW dat de ontbinding van de timeshare-overeenkomst op grond van art. 7:50d BW “van rechtswege (…) de ontbinding mee[brengt, SB & SvD]” van - onder meer - een gelieerde krediet- overeenkomst (sub c). Vergelijkbare bewoordingen zijn terug te vinden in art. 4:28 lid 5 Wft, waarin - thans - de implementatie is te vinden van de betref- fende bepaling uit de Richtlijn koop op afstand van financiële diensten.7 Een iets andere keuze is gemaakt in art. 7:46e BW, ter implementatie van de Richtlijn koop op afstand.8 Waar blijkens het eerste lid ook voor de kredietover- eenkomst die met de verkoper zelf wordt gesloten in geval van ontbinding van ▇▇ ▇▇▇▇ op afstand geldt dat deze “van rechtswege” wordt ontbonden, volgt uit lid 2 dat dit voor een kredietovereenkomst met een derde-financier anders is. In plaats van ontbin- ding van rechtswege, heeft ▇▇ ▇▇▇▇▇ slechts “het recht” om deze overeenkomst te ontbinden. Daartoe zal hij ook jegens de derde-financier een ontbin- dingsverklaring moeten uitbrengen.9 Is deze benade- ring nu niet veel evenwichtiger, doordat niet alleen wordt ▇▇▇▇▇ op de belangen van de consumentkoper, maar ook op het belang van de derde-financier, en doordat bovendien rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de consument de overeenkomst met de derde-financier niet wil ontbinden? 1. Richtlijn 2008/122/EG van 14 januari 2009, PbEU 2009, L 33/10, resp. richtlijn 2008/48/EG van 23 april 2008, PbEU 2008, L 133/06. 2. Omwille van de leesbaarheid zullen wij in het vervolg van deze bijdrage steeds uitgaan van een koopovereenkomst. 3. Gewapend met Wat precies onder deze kennisbegrippen moet ▇▇▇▇▇▇ verstaan, concentreren is te vinden in art. 7:57 lid 1 sub n jo. lid 5 BW. 4. De leden 2 en 3 regelen wat in het Duitse recht de Einwen- dungsdurchgriff wordt genoemd: in geval van een tekort- koming aan de zijde van de verkoper heeft de consument de mogelijkheid om - subsidiair, dus ▇▇ ▇▇▇▇ tevergeefs tot de verkoper te hebben gewend - zijn rechten te doen gelden jegens de kredietgever. 5. Waar in het vervolg van deze bijdrage wordt gesproken over “ontbinding, ontbonden” etc., doelen wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) steeds op de verschillende doorwerkingsmechanismenontbinding van de overeenkomst gedurende de bedenktijd, te weten directe in de richtlijnen aangeduid als “herroeping”. 6. Kamerstukken II 2009/10, 32 339 nr. 3, p. 25, waar ▇▇▇▇▇▇▇▇▇ per vergissing art. 66 (i.p.v. art. 67) staat. 7. Richtlijn 2002/65/EG van 23 september 2002, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheidPbEG 2002, L 271/16. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar Voor de invoering van de Wft in 2007 was art. 6 lid 7 van deze richtlijn geïmplementeerd in art. 40 Wet financiële dienstverlening. 8. Richtlijn 97/7/EG van 20 mei 1997, PbEG 1997, L 144/19. 9. Een interessante vraag die hier rijst, is gedurende ▇▇▇▇▇ periode de consument dit ontbindingsrecht kan uitoefenen. Vgl. Kamerstukken II 1999/2000, 26 861, nr. 5, p. 25. Zie over deze vraag ▇. ▇▇▇▇▇, Bedenktijd in het beginsel van nationale procedurele autonomiecontractenrecht (preadvies Vereniging voor Burgerlijk Recht), dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen Deventer: Kluwer 2004, p. 84; ▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇ binnen & ▇▇▇▇▇, T&C BW, 2011, art. 7:46e BW, aant. 3. 3 december 2011/6909 W.P.N.R PRIVAATRECHT ACTUEEL Interessant is dat precies deze overwegingen tijdens het parlementaire debat omtrent de nationale rechtsorde (§ 7)implementatie van de Consumentenkredietrichtlijn wel een rol heb- ben gespeeld bij de situatie die in wezen “tegenover- gesteld” is aan die voorzien in art. Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie7:67 lid 1 BW. Aan de orde is namelijk gekomen de vraag wat geldt als niet de koopovereenkomst wordt ontbonden, namelijk maar de gelieerde kredietovereenkomst. Op grond van art. 7:66 ▇▇ ▇▇▇ deze overeenkomst immers in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels principe gedurende 14 dagen na de dag van sluiting ▇▇▇▇▇▇ ontbonden. Wordt in een voorgelegd geding ambtshalve toe zo’n geval ook de koopovereen- komst van rechtswege ontbonden? De richtlijn zwijgt op dit punt.10 Onder verwijzing naar onder meer het arrest ▇▇▇▇/FCN11 - waar de tegenoverge- stelde situatie overigens helemaal niet aan de orde was - neemt de minister aan dat ook de koopover- eenkomst ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8)ontbonden. Het hoofdstuk wordt afgesloten Van een auto- matische ontbinding is echter geen sprake. De minister acht dit nadrukkelijk niet alleen in het belang van de verkoper, maar tevens “in het belang van de consument om, wanneer hij daaraan de voor- keur geeft, de koopovereenkomst in stand te laten”.12 Enigszins terzijde zij opgemerkt dat Nederland met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1de “evenwichtige keuze” die is gemaakt in art. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇7:46e BW betrekkelijk ▇▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇: uit de toelichting op het DCFR blijkt dat slechts in Estland en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1Letland een vergelijkbare regeling is getroffen. Het primaire EUverbaast ▇▇▇ ook niet dat in art. II.-5:106 lid 1 DCFR een andere keuze is gemaakt.13 Een laatste vraag die wij hier ▇▇▇▇▇▇ opwerpen, is van systematische orde: hebben de art. 7:46e en 7:50e lid 2 sub c BW eigenlijk nog wel praktisch nut naast art. 7:67 BW? Helaas is deze vraag gedurende de parle- mentaire behandeling kennelijk niet aan de orde gekomen. Wel is de minister bij de implementatie van de herziene Timeshare-richtlijn gevraagd naar de meerwaarde van art. 15 van de Consumenten- kredietrichtlijn ten opzichte van art. 7:50e BW. Het antwoord van de minister is dat art. 15 drie gevallen regelt, waarvan er twee ook in de Timeshare-richtlijn - en daarmee in art. 7:50e lid 2 sub c BW - zijn opge- nomen en dat art. 15 de consument dus aanvullende bescherming biedt.14 Betekent dit ▇▇▇ niet dat de invoering van art. 7:67 BW ertoe heeft geleid dat art. 7:50e lid 2 sub c BW - en tevens art. 7:46e BW - over- bodig zijn geworden? Al met al blijkt dat er nog altijd weinig terminologi- sche en systematische afstemming bestaat binnen het op Europese leest geschoeide consumenten- recht. Dit valt te betreuren. De Europese wetgever ▇▇▇ ▇▇ goed aan doen om de diverse consumenten- beschermende richtlijnen meer en beter op elkaar af te stemmen. Hiertoe is een poging gedaan met de inmiddels aangenomen Richtlijn Consumenten- rechten.15 Deze richtlijn gaat overigens aanmerkelijk minder ver ▇▇▇ ooit bedoeld is: van de door ons genoemde richtlijnen wordt slechts de Richtlijn koop op afstand ▇▇▇▇ geconsolideerd. Met de imple- mentatie van deze richtlijn zal de hierboven gesigna- leerde, afwijkende systematiek van het huidige art. 7:46e lid 2 BW verdwijnen. Ontbinding van een koop op afstand heeft ingevolge art. 15 lid 1 van de richt- lijn namelijk tot gevolg dat “any ancillary contracts shall be automatically terminated” (cursivering SB & SvD). Wat onder “ancillary contracts” dient ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ verstaan, is bepaald in art. 2 sub 15 van de richtlijn. Aangezien deze definitie meer omvat ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ gelieerde kredietovereenkomsten, zal de opvolger van art. 7:46e BW wel een zelfstandige reden van bestaan hebben naast art. 7:67 BW.16 Ook van de nationale wetgever mag ▇▇▇▇▇▇ ver- ▇▇▇▇▇ dat hij zich inzet om binnen de door de richt- lijnen uitgezette grenzen tot een zo groot mogelijke mate van eenheid en afstemming te komen. Het recentelijk gepubliceerde consultatiedocument voor een wetsvoorstel ter integratie en afstemming van alle privaatrechtelijke regels omtrent (consumen- ten)krediet in Boek 7 ▇▇ ▇▇▇ een goede aanleiding zijn om het door ons behandelde onderwerp even- eens op te pakken.17

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDINGARTIKEL 1. Inleiding 1. HR 3 maart 1905, ECLI:NL:HR:1905:1, ▇. 1905, 8191 (Blaauboer/Berlips). Zie over de historie van het onderscheid: E.B. Rank-Berenschot, 2. Het begrip ‘scheidend denken’ ontleen ik aan H.C.F. Schoordijk, ‘Recensie. Over de scheidslijn tussen goederen- en verbintenissenrecht’, NJB 1992, afl. 37, p. 1206, par. 15. 3. Rank-Berenschot 1992, p. 35 e.v. en J. Broese van Groenou, De EUrechtsverhouding tussen erfpachter en erfverpachter (Recht en Praktijk nr. VG10) (diss. Heerlen), Deventer: Wolters Kluwer 2019, p. 47-regels inzake 91. 4. Vgl. ▇.▇. ▇▇▇▇▇▇▇ & A.I.M. ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (▇.▇.▇. ▇.▇. ▇▇▇▇▇▇▇), Mr. C. Assers Handleiding tot de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsordebeoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe 3. Vermogensrecht algemeen. ▇▇▇▇ IV. Algemeen goederenrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2021/23 slot. 5. ▇.▇. ▇▇▇▇▇▇▇ & ▇. ▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid‘Betalingsverplichtingen uit het zakenrecht in faillissement’, in: ▇.▇.▇. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkte.a. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft(red.), betreft het echter zeker geen statische materieOvereenkomsten en insolventie, Deventer: Kluwer 2012, i.h.b. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud p. 79, 82 en omlijning van de leerstukkenRank-Berenschot 1992, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kenneni.h.b. p. 143, 333-334. 26. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer W.J.M. ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇ & ▇.▇. ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal‘Over wederkerige overeenkomsten en boedelschulden. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit Beschouwingen naar aanleiding van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇HR 19 april 2013 inzake ▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇/▇▇▇▇▇▇goed q.q.’, TvI 2013/26 onder het kopje ‘goederenrechtelijke verplichtingen’ en ▇.▇. ▇▇▇▇▇, De flexibiliteit van het recht van erfpacht (diss. Groningen), Den ▇▇▇▇: BJu 2013, i.h.b. p. 145-152. Zie ook: ▇.▇. ▇▇▇▇▇, ‘Goederenrechtelijke verplichtingen tot een doen in het oog faillissement’, TvI 2010/8. ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ heeft zijn positie recent bevestigd in ▇.▇. ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇, Classificatie van verplichtingen in faillissement (oratie Groningen), Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 23-26, 28-29. 37. Gewapend met deze kennisZie Rb. Noord-Nederland 26 juni 2021, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2ECLI:NL:RBNNE:2021:2575, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismenJOR 2022/129, te weten directe m.nt. ▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek▇▇▇▇▇ beroep Hof Arnhem- Leeuwarden 4 oktober 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8502, JOR 2023/23, m.nt. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1J. Oppatja. Het primaire EUhof sluit zich in r.o. 3.1 aan bij het oordeel van de rechtbank. De rechtbank verwijst in r.o. 4.38 expliciet naar Van Andel en Van Zanten. 8. S. Baeyens, Vermogensrechten en faillissement. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de tegenwerpelijkheid en afdwingbaarheid van verwervingsrechten, gebruiksrechten en verbodsrechten in faillissement (diss. Leuven), Leuven: KU Leuven 2022 (niet-uitgegeven tekst). 2. Inhoud van het beperkte recht: bundle of rights

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1den daar de vruchten van plukken, terwijl de houders van SNs het nakijken hebben. De EUvoor- zieningenrechter erkent dat HEMA wellicht meer rekening had kunnen houden met de positie van de SNs, maar komt tot de slotsom dat HEMA daarmee niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de houders van SNs geen positie te geven in het lock up-regels inzake agreement en de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsordevoorgestelde herstruc- turering. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe argumentatie in het vonnis is op dit punt wat ondoorgrondelijk, mede omdat de waardering van de posities van de diverse groe- pen schuldeisers niet ▇▇▇▇▇ wordt gemotiveerd aan de hand van de overlegde waarderingsrap- ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof In de Beschikking van Justitie gelanceerd11 september 2020 wordt daar meer aandacht aan besteed. Zij werden vervolgens in De voor- zieningenrechter constateert dat de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning schuldeisers uit hoofde van de leerstukken, RCF en duiken er de SSNs in the money zijn en ook na de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen herstructurering schuldeiser blijven van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/terwijl de houders van SNs out of kapitaalthe money zijn. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog Volgens ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op ▇ ligt het daarom niet voor de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel hand dat de houders van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇SNs bij onderhandelingen een betere positie zouden hebben gekregen ▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels zij in een voorgelegd geding ambtshalve faillisse- ment zouden hebben gehad. Anders gezegd: het is zeer onwaarschijnlijk dat de schuldeisers onder de RCF en de SSNs bereid zouden zijn enige waarde toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid aan de bijdragen van ▇. ▇▇schuldeisers onder de SNs, ▇▇▇▇▇ op de te verdelen waarde en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechthun achtergestelde positie.

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS HOOFDSTUK 30‌ FINANCIËLE INSTRUMENTEN IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDINGJAARREKENING J.B.S. Hijink1 1. De EU-regels inzake 30.1 Inleiding In de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken praktijk is het belang van financiële instrumenten, en daarmee ook van de wijze van verwerking van financiële instrumenten in de nationale rechtsordejaarreke- ning, groot. De klassieke routes of mecha- nismen Dat geldt niet alleen voor ondernemingen die actief zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇financiële sector, zoals banken (zie hoofdstuk 35) en verzekeraars (zie hoofdstuk 36), maar ook voor andere (al ▇▇▇ uitgewerktniet beursgenoteerde) ondernemingen. Aangezien In de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen Nederlandse wet – Boek 2 van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens Burgerlijk Wetboek (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7BW). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1. De EU-regels inzake de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- /▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇: Der internationale Warenkauf in Zeiten der Pandemie EuZW 2020, personen, diensten en/of kapitaal410 Professor ▇▇. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇goed in het oog und ▇▇▇▇▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇▇* Die COVID-19-Pandemie trifft den internationalen Warenhandel insbesondere durch umfassende, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheidhoheitliche Beschränkungen des Wirtschaftslebens und Ausfälle in den Lieferketten empfindlich. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomieDamit rückt die Frage in den Mittelpunkt, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen unter welchen Voraussetzungen die ausbleibende Erfüllung durch eine Vertragspartei im ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7)der Pandemie ausnahmsweise entschuldigt sein kann. Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestieDieser Beitrag untersucht diese Frage für dem UN-Kaufrecht unterliegende Warenkaufverträge und zeigt Fallkonstellationen auf, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels denen eine Haftungsbefreiung in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8)Betracht kommen kann. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3)Dargestellt wird auch die Konstellation der wirtschaftlichen Unmöglichkeit und die sich daraus ergebenden Rechtsfolgen. Through restrictions on economic activities and supply chain disruptions, COVID-19 is severely impacting international trade. In times of a pandemic, the question as to the conditions under which the failure of a party to perform its contractual obligations can be excused becomes key. This contribution analyses this question for contracts for the international sale of goods subject to the CISG and illustrates cases in which an exemption from liability might be granted. Finally, it discusses the case of hardship and its legal consequences. 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtI. Einleitung

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1 De openbare ruimte van de stad . Inl eiding PostNL kreeg in juni 2013 toestemming om het aantal brievenbussen in ons land te halveren. De EU-regels inzake Eerder verdwenen al telefooncellen uit het straatbeeld, overbodig gewor- den door onze mobieltjes. Daarmee kunnen we ook onze route checken, waardoor het niet meer nodig is om een toevallige voorbijganger naar de interne markt kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsordeweg te vragen. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇▇▇ (2013, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door p. 8) van het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie Algemeen Dagblad schetst ▇▇▇ ook een stedelijk land- ▇▇▇▇▇ uitgewerktwaarin beveiligingscamera’s, gsm-antennes, ov-chippoortjes en pinpasgleuven het nieuwe straatmeubilair zijn geworden. Aangezien Hij betreurt het verlies van socialeontmoe- tingsplekken, zoals de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer rij voor ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ of de telefooncel: ‘De sociale controle op straat door mensen in de rij voor de telefooncel was een mooier mechanisme ▇▇▇ de in smartphones verzonken passanten met beveiligingscamera’s boven hun hoofden.’ Toch blijft de openbare ruimte van groot belang; het is de smeerolie van ▇▇ ▇▇▇▇▇- ▇▇▇▇▇▇ die ervoor zorgt dat de gebouwde omgeving, personeninclusief woningen, diensten en/of kapitaal▇▇▇▇▇▇▇ en kantoren, kan functioneren. Het kan Openbare ruimten zoals straten, pleinen en parken dienen als verbindingszones om van A naar B te komen, maar ook als verblijfsplekken waar mensen elkaar tegenkomen en goederen, kennis en cultuur uitwisselen. Volgens de VROM-raad (2009, p. 10) is de kwaliteit van de openbare ruimte zelfs ‘de kurk waarop de kwaliteit van de gebouwde omgeving in Nederland in belangrijke mate gaat drijven’. Hoewel stadsgeografen vaak aandacht hebben voor die gebouwde omgeving, is de ruimte tussen de gebouwen dus even belangrijk voor het functione- ren van de stad. Maar de openbare ruimte wordt volgens sommigen steeds meer bedreigd, niet alleen door het verlies van ontmoetingsplekken, maar ook door een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor groeiende invloed van private partijen. De Britse krant The Guardian (Vasagar, 2012) publiceerde een serie artikelen over de wijze en intensiteit privatisering van doorwerking de openbare ruimte, inclusief een oproep aan de lezers om de ‘verloren’ publieke ruimte mee in kaart te helpen brengen. Daarmee hoopte ▇▇ ▇▇▇▇▇ inzichtelijk te maken hoeveel openbare ruimte onder corporate control staat. Twee jaar later zijn slechts 32 plekken in de nationale rechtsorde of data- base door lezers aangedragen, voornamelijk gelegen in Londen. Volgens Carmona  Visies op de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in stad (2014) duidt dit op een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom meningsverschil tussen enerzijds wetenschappers en de media (die vooral kritisch zijn over de teloorgang van belang om de herkomst openbare ruimte) en anderzijds gebruikers en beleidsmakers (bij wie openbare ruimte juist ▇▇▇▇ aan populariteit). Er bestaan veel verschillende visies over de openbare ruimte: over wat het nu eigenlijk is, wat het belang ▇▇▇▇▇ is en hoe de ruimte het beste ▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3ingericht. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen Overhe- den ▇▇▇▇▇▇ binnen hun stad aantrekkelijk en veilig maken door de nationale rechtsorde (§ 7)herontwikkeling van stads- pleinen, de organisatie van evenementen en cameratoezicht. Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ Winkeliers en projectontwikkelaars ▇▇▇▇▇▇ (§ 8)de gebruiker uitnodigen een bepaalde route door de stad te nemen die hen langs hun panden leidt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. Socioloog ▇▇▇▇▇▇▇ ▇. ▇▇▇▇▇ was in de jaren zeventig en A.-M. Van den Bossche tachtig van de vorige eeuw een van de eerste onderzoekers die de stede- lijke openbare ruimte systematisch onderzocht. Hij achterhaalde enkele universele kenmerken van drukbezochte openbare ruimten, waaronder toegankelijkheid en vei- ligheid. Toch laat het gebruik zich niet zomaar sturen: de ene gebruiker is de andere niet en vaak zijn wensen conflicterend. Dit hoofdstuk gaat over de verschillende visies op de openbare ruimte in dit boekwesterse steden en nuanceert visies die de teloorgang ▇▇▇▇▇ voorspellen. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING . Wat is de o p e n bare ruimt e eige nlijk ? 1). BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-recht▇▇▇▇▇▇ ontmoeting is de openbare ruimte een leeg fysiek omhul- sel, met ontmoeting wordt het een publiek domein.

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University HOOFDSTUK 9‌ DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDINGACCOUNTANT EN CORPORATE GOVERNANCE: BESPIE- GELING OVER ONZEKERHEID ▇▇▇▇▇▇ Hijink1 “It is a world of change in which we live, and a world of uncertainty”2 19.1 Inleiding en aanloop Tijdens de voorbereiding op het congres van het Van der Heijden Instituut dat op 22 en 23 november 2019 plaatsvond, lag de beroepsgroep van accountants onder vuur.3 Dat was overigens niet voor het eerst de afgelopen decennia. De EU-regels inzake Met ▇▇▇▇ in ’t Veld beschreef ik in 2014 hoe de interne markt kunnen beroepsgroep van de accountants sinds het uitbreken van de financiële crisis, wederom (mede) onder vuur was komen te liggen.4 Daarbij wezen wij op een aantal verschillende manieren doorwerken de kritische kanttekeningen in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe het rapport ‘Verloren ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgn. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer ▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheid. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. parlementaire onderzoekcommissie financieel ▇▇▇▇▇▇▇ bij het (niet) functioneren van accountants.5 De essentie van de kritiek – destijds – op accountants was dat zij niet afdoende onafhankelijk waren en A.-M. Van den Bossche in dit boek– daardoor – niet ‘doortastend, kritisch en vasthoudend’ genoeg waren. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtAccountants werden niet gezien als de

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement

End User Agreement. This publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act. This article entitles the maker of a short scientific work funded either wholly or partially by Dutch public funds to make that work publicly available for no consideration following a reasonable period of time after the work was first published, provided that clear reference is made to the source of the first publication of the work. Research outputs of researchers employed by Dutch Universities that comply with the legal requirements of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, are distributed online and free of cost or other barriers in institutional repositories. Research outputs are distributed six months after their first online publication in the original published version and with proper attribution to the source of the original publication. You are permitted to download and use the publication for personal purposes. All rights remain with the author(s) and/or copyrights owner(s) of this work. Any use of the publication other than authorised under this licence or copyright law is prohibited. If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the University Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the University Library will, as a precaution, make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the University Library through email: ▇▇▇▇▇▇▇▇▇@▇▇▇.▇▇.▇▇. You will be contacted as soon as possible. University Library Radboud University DE DOORWERKING VAN EUROPESE INTERNEMARKTREGELS IN DE NATIONALE RECHTSORDE INLEIDING 1Werkgevers kunnen ervoor kiezen om de arbeidsovereenkomst op de AOW-leeftijd of daarna gratis te beëindigen. ▇▇▇▇▇▇ rechtvaardigt de AOW-leeftijd ontslag? De EUAlgemene Ouderdomswet (AOW) biedt inkomenszekerheid en de objectieve leeftijdsgrens voorkomt ongemakkelijke discussies over disfunctionerende pensioengerechtigden. Die juridisch steekhoudende argumenten belemmeren ervaren krachten om door te werken. Is de zorg voor een beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van AOW-regels inzake de interne markt gerechtigden genoeg om goed functionerende AOW-gerechtigden buiten het arbeidsproces te zetten? Vooralsnog zijn ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ en praktische bezwaren die doorwerken belemmeren. Maar wetten kunnen op een aantal verschillende manieren doorwerken in de nationale rechtsorde. De klassieke routes of mecha- nismen zijn directe ▇gewijzigd ▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheidnet als beleid. Alle drie deze leerstukken werden op enig moment door het Europees Hof van Justitie gelanceerd. Zij werden vervolgens in de jurisprudentie ▇▇▇▇▇ uitgewerkt. Aangezien de rechtspraak voortdurend in beweging blijft, betreft het echter zeker geen statische materie. Ook bestaat er tegenwoordig met pensioen als je nog altijd geen volledige zekerheid over de inhoud en omlijning van de leerstukken, en duiken er in de rechtsleer en rechtspraktijk regelmatig vragen op die geen eensluidend antwoord kennen. 2. Voor een goed begrip zetten wij hieronder (in afdeling 1, § 1-3) eerst nog even kort de bronnen kunt doorwerken? Waarom laten we werknemers niet hun eigen afscheid van het internemarktrecht op een rij.1 De relevante regels bevinden zich namelijk niet allemaal op dezelfde plaats, maar zijn deels opge- nomen in het zgnarbeidsproces regisseren? In Amerika geldt bij rechters bijvoor- beeld geen leeftijdsgrens. primaire EU-recht, en deels in het secundaire EU-recht. Daarnaast bevatten internationale overeenkomsten, afgesloten tussen de EU en derdelanden, vaak ook afzonderlijke bepalingen over vrij verkeer Zo werkte ▇▇▇▇ ▇▇▇- ▇▇▇▇▇, personen, diensten en/of kapitaal. Het kan in een specifieke casus soms heel wat uitmaken voor de wijze en intensiteit van doorwerking in de nationale rechtsorde of de Europese norm in het primaire of secundaire recht, of in een internationale overeenkomst is opgenomen. Het is daarom van belang om de herkomst ▇▇▇▇▇ ▇▇▇▇▇▇ goed in het oog ▇▇ ▇▇▇▇▇▇. 3van 1975 tot 2010 als lid van het Supreme Court. Gewapend met deze kennis, concentreren wij ons vervolgens (in afdeling 2, § 1Hij trad op 90-6) op de verschillende doorwerkingsmechanismen, te weten directe ▇▇▇▇▇▇▇, conforme interpretatie en staatsaansprakelijkheidjarige leeftijd terug. Aansluitend gaat er nog enige aandacht uit naar het beginsel van nationale procedurele autonomie, dat lid- staten ruimte laat om te bepalen hoe de internemarktregels precies gee¨ ffectueerd kunnen ▇▇▇▇▇▇ binnen de nationale rechtsorde (§ 7). Als laatste staan we stil bij een andere speciale kwestie, namelijk in hoeverre nationale rechters ertoe ge- houden zijn om internemarktregels in een voorgelegd geding ambtshalve toe ▇▇ ▇▇▇▇▇▇ (§ 8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele overkoepelende over- wegingen (afdeling 3). 1. Meer uitgebreid de bijdragen van ▇. ▇▇▇▇▇▇▇ en A.-M. Van den Bossche in dit boek. Kluwer – Europees recht 247 AFDELING 1. BRONNEN VAN INTERNEMARKTRE- GELS § 1. Het primaire EU-rechtIn Nederland dreigde senior rechter

Appears in 1 contract

Sources: End User Agreement